Deze serie wordt onder andere gekenmerkt door sporen die de vibraties zijn van oude teksten die door de zeef gaan, door de filter van mijn gewaarwordingen, waarbij het heden wordt gemarkeerd en zich in een andere vorm voortzet.
Door omstandigheden, teruggedompeld in oude schriften, oude, fijn gekalligrafeerde of met potlood geschreven brieven, liefdesbrieven, brieven van hoop of wanhoop, kladschrift, goed of slecht nieuws, zwarte of positieve brieven, schoolschriften waarin van jaar tot jaar het geschrift zich vormt en/of vervormt, woorden of zinnen zo maar neergepend, lijstjes. Aanvankelijk onbewuste en ongecontroleerde impressies van deze bladzijden uit de donkere kamer van mijn geest, loensen door mijn handen naar het vloeiblad, het doek.
Een proces dat zich langzaam heeft opgedrongen als een protocol, dat voortaan mijn geest beheerst.
Het schilderen, relatief methodisch aangebracht met reliëf in een dun of breed schrift, in tekens, bedekt met één of meer uniforme vloeibare lagen, waardoor de oneffenheden van de onderste lagen zichtbaar worden, het schuren, het krassen van het geheel of een deel ervan, handelingen die weer fragmenten van de onderste lagen blootleggen.
De eerste laag is de vibratie van deze oude geschriften, nota’s, brieven waarvan we denken dat ze goed zijn voor de vuilnisbak, dat is wat er gebeurt, we denken dat het voorbij is.
De bovenlaag: de vermeende sluier van de tijd.
De derde fase staat voor de wedergeboorte met een andere energie.
Een wezen is zijn verleden, zijn heden en zijn toekomst, 3 duidelijke toestanden, verenigd in één enkele beweging.
Zoals de zon elk jaar sterft om herboren te worden met nieuwe energie (Keltisch feest van Yule), worden deze gaven uit het verleden herboren met andere vibraties.